Vraag per vraag, antwoord per antwoord. Zo helpt professor Joeri Van Mierlo, verbonden aan de VUB-onderzoeksgroep MOBI, misverstanden over elektrische wagens deze opwarmende wereld uit. Dit doet hij in het kader van We Are Paris, een initiatief van de Vrije Universiteit Brussel dat licht doet schijnen op de klimaatverandering in het algemeen en de VN klimaatconferentie in Parijs in het bijzonder. Van dieselgate tot elektromotor: in ‘Dossier: Elektrische wagens‘ werpen we een blik in de toekomst aan de hand van zes brandende vragen waarvan het antwoord de vonk voor elektrische wagens misschien wel doet overslaan.

“ZORGT ELEKTRISCH RIJDEN STRAKS VOOR EEN STROOMTEKORT?”

Stel dat 10% van ons wagenpark elektrisch zou zijn, dan zou men slechts 1,4% meer elektriciteit moeten opwekken. Belangrijk is wel te onderstrepen dat er ook een hele andere evolutie bezig is, namelijk die van de introductie van hernieuwbare energiebronnen zoals zonne- en windenergie. Hun aandeel in de productie van elektriciteit zal sterk stijgen maar dit pp zich creëert weer andere uitdagingen. Wat als er geen wind en geen zon is? Dan zullen andere centrales moeten draaien om stroom te voorzien ofwel zal men meer en meer moeten werken met energie-opslag. De batterijen van de elektrische wagens zijn hier een belangrijke speler in. Als er te veel elektriciteit wordt geproduceerd, worden deze batterijen opgeladen en als er te weinig stroom is, geven ze elektriciteit terug aan het net (V2G of ‘Vehicle to grid’). Maar zullen er de komende jaren voldoende elektrische wagens zijn? Om dit mogelijk te maken heeft men heel veel elektrische wagens nodig en die zullen pas langzaam de markt komen. In afwachting van deze marktintroductie van elektrische voertuigen, zal men dus ons elektriciteitssysteem grondig moeten herzien als men de hernieuwbare energiebronnen hun rol willen laten spelen. Het net zal er heel anders gaan uitzien, onafhankelijk van de aanwezigheid van elektrische voertuigen, maar door de noodzaak hernieuwbare energie te kunnen benutten.

V2G toepassingen hebben ook een invloed op de levensduur van de batterij van een elektrisch voertuig. Het is belangrijk om te onderzoeken waar we versleten batterijen kunnen inzetten om ze een ‘tweede leven’ te geven. Als de capaciteit van een batterij van een elektrisch voertuig onder 80% van de originele capaciteit zakt, dan neemt men aan dat die batterij versleten is. Echter deze batterij heeft nog steeds 80% opslagcapaciteit. Zij kunnen een rol spelen in bijvoorbeeld het ondersteunen van het elektriciteitsnet, microgrids, thuisinstallaties, enz.