Steeds vaker horen we erover: de toenemende bijdrage van de luchtvaart aan CO2-uitstoot en aan klimaatverandering. Dit werpt vragen op: Moeten we bijvoorbeeld stoppen met telkens maar weer goedkope vakantievluchten boeken? Maar ook: Waarom zouden we een halve dag treinen als het in veel minder tijd én goedkoper met het vliegtuig kan? Als het voor het werk moet, is het toch niet onze schuld? En: Ach, zo erg is het toch niet? Helaas blijkt de algemene kennis over de CO2-uitstoot door luchtvaart vaak mondjesmaat, en horen we geregeld misverstanden (of drogredeneringen) met betrekking tot de impact van vliegen op het klimaat.
Energie- en klimaatexpert Sebastian Sterl pakt in deze reeks drie hardnekkige misverstanden over de CO2-uitstoot van vliegverkeer aan. In deel 1 en deel 2 behandelde hij misverstanden over de bijdrage van vliegverkeer aan CO2-uitstoot, en over hoe “schoon” vliegverkeer is in vergelijking met alternatief vervoer. In dit derde deel kijkt hij naar een derde misverstand, waarin niet eens meer ontkend wordt dat vliegen erg vervuilend is:
“Ik ben al vegetariër, dus ik mag best een keertje vliegen”
Allereerst: Een vegetarisch of veganistisch dieet draagt minder bij aan het broeikaseffect dan een dieet dat veel vlees bevat. Op voorwaarde dat een vleesloos dieet niet gecompenseerd wordt met liters melk, bergen kaas en met het vliegtuig geïmporteerde groenten en fruit. Maar hoeveel maakt een vlucht nu uit in vergelijking met een vegetarische maaltijd? Als we ons baseren op een recent rapport van het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving, dan resulteert een vliegreis Amsterdam-Parijs (enkeltje) in gemiddeld zo’n 58 kgCO2 uitstoot per passagier. Volgens deze infographic die enkele jaren terug in de Volkskrant verscheen, is de broeikasgas-voetafdruk van rundvlees ongeveer 2.4 kgCO2e (CO2-equivalent; zie onder) per 100 gram. In België bedroeg de vleesconsumptie in 2015 ongeveer 55.4 kg per persoon op jaarbasis, waarvan 10.3 kg rundvlees.
” Mensen met een hele hoge CO2-voetafdruk kunnen in theorie makkelijker “besparen” op uitstoot. Hebben zij dan ook meer recht om te vliegen? “
Ervan uitgaande dat de vleesvervangers van onze voorbeeldvegetariër een te verwaarlozen klimaatimpact hebben (wat zeker niet hoeft te kloppen), dan zorgt de vermeden rundvleesconsumptie voor een CO2-besparing van ongeveer 250 kgCO2e/jaar. De vermeden kip-, varkens- en overige vleesconsumptie doet hier natuurlijk nog wat bovenop, maar relatief gezien wel minder. Wil zeggen: rundvlees een jaar lang vermijden heeft een vergelijkbare invloed op uitstoot als twee retourtjes Amsterdam-Parijs vermijden. Nu is dit een redelijk korte afstand, maar wanneer je bijvoorbeeld op vakantie van Brussel naar Nieuw-Zeeland vliegt, is de uitstoot van de vlucht al meer dan 4.000 kgCO2 per persoon voor een retourtje. Reken maar eens uit via de website GreenTripper.org.
Ten opzichte van een “gemiddelde Belg” (die dus 10 kg rundvlees per jaar eet) zou je dan 8 jaar lang geen rundvlees moeten eten om een extra vakantie naar Nieuw-Zeeland “verdiend” te hebben. Wat natuurlijk een enigszins cynische bewoording is, want na die 8 jaar zou je netto niets extra hebben bereikt voor het klimaat ten opzichte van die gemiddelde Belg.
Trouwens: die 4.000 kgCO2 per persoon van zo’n retourtje Nieuw-Zeeland is ongeveer de helft van de gemiddelde jaarlijkse CO2-voetafdruk van een EU-inwoner. Just saying. Veel geluk met dat compenseren. Het voorbeeld van vegetarisch dieet dient natuurlijk enkel ter demonstratie—er bestaan legio andere manieren waarop mensen beweren dat ze hun “klimaatschuld” hebben “betaald” en dus “mogen” vliegen of andere vervuilende activiteiten mogen uitvoeren. Ik heb wel eens een klimaatbeleidsexpert horen zeggen dat hij/zij “iedere dag al voor het klimaat werkt” en dat het dus “niet erg is om met de lift te gaan in plaats van met de trap”! (Oordeel zelf…)
Onderstaande infographic, die kortgeleden in de Volkskrant verscheen, geeft enkele andere voorbeelden, in dit geval om een reis Amsterdam-Bangkok te compenseren. Een van de relatief haalbaardere manieren is om een elektrische auto aan te schaffen, dan heb je na zo’n anderhalf jaar al je “schuld betaald”—althans, wanneer je het gemiddelde rijgedrag van een West-Europeaan vertoont. Voor mij werkt dit “helaas” niet, want ik heb geen auto. En dit openbaart de cynische kant van het compensatie-argument: mensen met een hele hoge CO2-voetafdruk kunnen in theorie makkelijker “besparen” op uitstoot. Hebben zij dan ook meer recht om te vliegen? Ik hoop het niet.
15 manieren om op verschillende tijdschalen de CO2-uitstoot van een vlucht Amsterdam-Bangkok te “compenseren”. Infographic uit de Volkskrant van 25/07/2018, Niels Waarlo, “Retourtje Thailand? Dat is 6 jaar lang geen vlees eten”.
Uitstoot is niet impact
In het kader van de hele discussie rond “compensatie” moet er nog een ander belangrijk punt gemaakt worden: “uitstoot” kan niet zomaar gelijkgesteld worden met “impact” (zoals misschien wordt geïmpliceerd door bovenstaande infographic). Met betrekking tot de relatie vliegen vs. vlees zijn hier twee zaken belangrijk.
Ten eerste: Zoals boven al opgemerkt, is de “CO2-voetafdruk” van vleesconsumptie uitgedrukt in “CO2-equivalenten”. Dit komt omdat methaan (CH4), en niet koolstofdioxide, het gros uitmaakt van de broeikasgassen die aan vleesconsumptie zijn gelinkt: het komt bijvoorbeeld vrij bij de vertering van voedsel in de darmen van koeien en andere herkauwers. CH4 en CO2 gedragen zich niet op dezelfde manier. CH4 is een veel sterker broeikasgas, maar blijft minder lang in de atmosfeer dan CO2. Het effect van CH4 op klimaatverandering is dus sterker per eenheid, maar wel minder langdurig, dan van CO2.
Om de uitstoot van verschillende broeikasgassen toch te kunnen vergelijken onder één noemer, is het begrip “CO2-equivalent” bedacht. Maar zoals je al vermoedt: uitstoot uitdrukken in “CO2-equivalenten” hangt dus af van de tijdspanne die je bekijkt (standaard is 100 jaar). Het “compenseren” van vliegen met vlees eten is dus eigenlijk ook afhankelijk van de termijn die je bekijkt. Vliegen is trouwens ook verantwoordelijk voor uitstoot van niet-CO2-broeikasgassen, zoals NOx (lachgas), die ook weer hun eigen typische tijdsspanne en radiatieve kracht hebben, dus het wordt al gauw een vrij complex plaatje.
Ten tweede: De uitstoot van vliegreizen vindt typisch op grote hoogte plaats, tijdens kruisvlucht. Op deze hoogtes is de klimaatimpact van broeikasgassen hoger dan aan de grond. Ze zetten namelijk een aantal chemische reacties in gang die ook bijdragen aan netto-opwarming. Ook de contrails (bestaande uit waterdamp en ijs) houden uitstraling van warmte tegen. De klimaatimpact van vliegen is dus een stuk groter dan enkel de directe CO2-equivalente uitstoot, en een vergelijking van CO2-equivalenten om te “compenseren” is dus problematisch—uiteindelijk wil je klimaatimpact compenseren, en niet uitstoot.
Foto: Shutterstock
Hoewel de uitspraak “op lange afstanden kan vliegen CO2-efficiënter zijn dan autorijden” dus op papier nog kan kloppen (al is het een drogreden van jewelste), is de uitspraak “op lange afstanden kan de netto-klimaatimpact van vliegen kleiner zijn dan van autorijden” nog een héél stuk twijfelachtiger. En je moet wellicht nog wel wat langer dan 8 jaar geen rundvlees eten om de klimaatimpact (niet enkel de uitstoot) van die vliegreis te compenseren.
” Laten we daarom maar niet te hard hameren op hoe wij ons vlieggedrag ‘compenseren’. We moeten reduceren, niet compenseren. “
Ook vlees eten heeft een indirecte klimaatimpact, bijvoorbeeld door veranderingen in landgebruik—denk aan ontbossing om vee te laten grazen of om voedsel voor vee te verbouwen. Hetzelfde geldt voor niet vlees eten, als we bijvoorbeeld enorme hoeveelheden soja gaan gebruiken als vleesvervanger, waarvoor weer oerbos in Brazilië wordt gekapt met alle gevolgen van dien. Kortom, het is bijna onmogelijk om alle indirecte effecten onder één noemer (zoals CO2-equivalenten) te brengen. Laten we daarom maar niet te hard hameren op hoe wij ons vlieggedrag “compenseren”. We moeten reduceren, niet compenseren.
Vooruitblik
We hebben nu drie misverstanden behandeld, die in feite neerkomen op
- “Zo erg is het probleem niet” (deel 1)
- “De alternatieven zijn erger” (deel 2)
- “We kunnen het op andere manieren goedmaken” (deel 3)
In het laatste deel van deze reeks gaan we kijken naar welke vragen we onszelf wél moeten stellen in plaats van deze drogredenen. We gaan ook in op de mogelijkheden voor beleidsmaatregelen om de groei van de luchtvaart te beteugelen.
Wil je meer weten over de klimaatcrisis en haar oplossingen? Op 25 november geeft Sebastian Sterl een lezing op het Wetenschapsfestival Brussel.
Alle praktische info vind je op wetenschapsfestival.wtnschp.be.