Ik doe onderzoek naar klimaatsveranderingen tijdens het Laat Ordovicium. Het Laat Ordovicium is een geologisch tijdvak dat zo’n twintig miljoen jaar duurde en 460 miljoen jaar geleden begon. Op het einde van deze periode vond een van de grootste massa-extincties uit de geschiedenis van de aarde plaats. De wereld was ook zeer verschillend dan vandaag. Er was zo goed als geen landmassa op het noordelijke halfrond en op de Zuidpool lag een gigantisch continent: Gondwana. In vergelijking met vandaag was er een veelvoud aan broeikasgassen in de atmosfeer en tegelijkertijd werd deze periode door enorme ijstijden gekenmerkt. Het meeste leven beperkte zich nog tot de oceanen en op het land groeiden nauwelijks planten.
Door het bestuderen van periodische klimaatsveranderingen, gerelateerd aan de astronomische configuratie van de aarde ten opzichte van de zon, kunnen we een beter inzicht krijgen in het functioneren van het klimaatsysteem. Dit onderzoek gebeurd in het kader van de Earth System Science (AMGC) groep aan de VUB onder leiding van prof. Philippe Claeys. In samenwerking met de groep van prof. Johan Schoukens (ELEC-IR-VUB), streven we naar een optimale extractie van de periodische elementen in de klimaatarchieven.
In het kader van dit project werd tijdens de zomer van 2015 een missie naar Noord-Amerika georganiseerd met als doel conferenties en collega’s uit het onderzoeksdomein te bezoeken en veldwerk te ondernemen. Na een deelname aan een conferentie in Harrisonburg en een excursie langsheen leerrijke ontsluitingen in de Appalachen, bracht ik een bezoek aan het core depository in Wisconsin. Hier worden duizenden geologische stalen en boringen bijgehouden (tot 200 km aan geboord materiaal!). Ik onderzocht er specifieke cores uit het Laat Ordovicium. Door middel van fysisch-chemische metingen (XRF) achterhaal ik de samenstelling van de gesteenten om zo de klimaatveranderingen tijdens deze periode te kunnen bestuderen.
Na dit bezoek vertrok ik naar Quebec City voor een volgende conferentie waar ik de eerste resultaten van ons onderzoek presenteerde. Daarna reisde ik naar het prachtige Anticosti Island, een echte droombestemming voor geologen en fossielenjagers.

Gefascineerde collega’s bestuderen een massieve ontsluiting van oud gesteente.

Een collega geoloog op zoek naar fossielen tijdens een excursie.

‘Gelieve niet weg te hameren.’ Dit gesteente bevat fossielen van zo’n 460 miljoen jaar oud’. Aangezien geologen niets liever doen dan hameren, was een waarschuwing wel op z’n plaats.

Geologenhumor: Schist is een splijtbaar kleigesteente.

Ontspanning na het werk: bezoek aan een privégrot met een biertje. Wisconsin staat bekend om haar goede bieren en kazen.
Core depository van de the Wisconsin Geological Survey. Hier ligt meer dan 200.000 m stalen van tot 2 miljard jaar oude gesteenten. Een enorme schatkamer voor de geoloog! Ik bestudeerde één van deze meterslange bodemstalen.

Een opengelegd stuk core . Deze stalen worden uit het aardoppervlak geboord. Ze laten ons toe om terug in de tijd te reizen door de lagen gesteentes te bestuderen die miljoenen jaren geleden gevormd werden.

De Vauréal waterval op Anticosti Island.

Anticosti is een echt schatteneiland voor fossielenjagers.

Hier ben ik met een van de canyons waarvoor ik naar Anticosti reisde op de achtergrond

Zonsondergang op Anticosti Island.