Zeedieren op koraalriffen blijven hun hele leven op hetzelfde rif en anemoonvissen blijven zelfs in dezelfde anemoon. Ze kunnen niet door de blauwe oceaan naar een ander koraalrif zwemmen, dat is gewoon te ver en te gevaarlijk. Toch slagen anemoonvissen en andere dieren er in zich over koraalriffen te verspreiden door middel van hun eieren en larven die met de stromingen meedrijven en op die manier andere koraalriffen kunnen bereiken. Maar hoe ver kunnen ze zich verspreiden en komen ze soms ook naar hun geboorterif terug? Deze fundamentele vragen in de mariene ecologie drijven VUB-wetenschappers Filip Huyghe en Prof. Marc Kochzius van het labo voor mariene biologie naar het eiland Zanzibar in de West-Indische Oceaan, waar ze momenteel stalen aan het verzamelen zijn.

Filip onderzoekt in zijn doctoraatstudie de verspreiding en connectiviteit van de anemoonvis Amphiprion akallopisoswaarvoor hij een VLADOC-beurs van VLIR in ontvangst namHij is al sinds december vorig jaar in Zanzibar om weefselstalen van anemoonvissen te verzamelen en ervoor verbleef hij al zes maanden in Zanzibar voor veldonderzoek. Marc is de promotor van Filip en nu weer voor drie weken ter plaatseSamen met andere doctoraatsstudenten van het labo voor mariene biologie verzamelen ze weefselstalen van vissen, koralen, doopvontschelpen, zeesterren, krabben, garnalen, inktvissen en slakken in koraalriffen en mangroven langs de Oost-Afrikaanse kust.

Ⓒ Marc Kochzius

Diadeemmeerkat (Cercopithecus mitis)
Marc Kochzius

Zo willen ze op grote schaal nagaan hoe ver de verschillende soorten zich verspreiden en of er een gemeenschappelijk patroon is dat misschien aan de hand van de zeestromingen kan verklaard worden. De onderzoekers gaan bijna elke dag duiken om in de riffen voor de kust van Zanzibar stalen te verzamelen voor hun genetisch onderzoek . Vorige week waren ze in Kizimkazi, helemaal in het Zuiden van Zanzibar. Het veldwerk ging vlot en er werden veel stalen verzameld ondanks de vele Diadeemmeerkatten (Cercopithecus mitis)Deze aapjes vertoeven langst de kustlijn en durven wel eens onbewaakte stalen ontvreemden met hun grijpgrage pootjes. 

Duiken op het rif voor het eiland Chapwani is ook bijzonder, maar niet omdat het koraalrif zo mooi is. Het rif is helaas in slechte staat, omdat het dicht bij Stone Town ligt (een deel van Zanzibar City) en daardoor vervuild is en overbevist wordt. Daarom was de staalname hier geen groot succes, er zijn amper anemoonvisjes aanwezigBijzonder hier is de grote populatie van palmvleerhonden (Eidolon helvum), die met honderden in de bomen hangen en erg veel lawaai maken. Ze voeden zich met vruchten en zijn wijdverspreid in West- en Oost-Afrika. Helaas wordt deze soort als “bush meat” aanschouwd en worden ze in vele regio’s bedreigd.

Palmvleerhonden (Eidolon helvum)
Marc Kochzius

Op het einde van de dag varen Marc en Filip terug naar Stone Town na een vermoeiende duiktocht van drie uur, waar de waardevolle stalen nog in alcohol bewaard en van handgeschreven labels voorzien moeten worden. Terug in het labo aan de VUB wordt de genetische verwantschap tussen de verschillende populaties binnen één soort geanalyseerd en op die manier krijgen de wetenschappers een beeld van hoe ver de larven met de stromingen op reis gaan.

© Marc Kochzius