Verhalen uit het verleden en de toekomst
Terwijl je dit leest, draait je computer, maar ook een server, de airco in die serverruimte staat aan, het licht in je kamer brandt en misschien staat de verwarming aan, op de achtergrond hoor je de radio of de televisie. Ergens in de wereld worden tegelijkertijd nieuwe computers gemaakt, nieuwe televisies en radio’s. We staan er niet bij stil hoe vaak we energie gebruiken en over welke hoeveelheden dat gaat. In 2050 zijn we volgens de voorspellingen met 9 miljard: waar komt de energie vandaan om die miljarden computers, verwarmingsinstallaties, airco’s en verlichting te voeden? Zijn we genoodzaakt om kernenergie te blijven gebruiken of kunnen we de wereldbevolking warm houden met hernieuwbare energie? In dit dossier “Energie in 2050” ga ik samen met professor Walter Van Rensbergen op zoek naar een antwoord.
Een korte geschiedenis
Lang voor we met miljarden de aarde bevolkten, gebruikte de mens de natuurkrachten om arbeid te verrichten. Water- en windmolens dreven graanmolens aan. Bruinkool en steenkool werden al ten tijde van de Romeinen in de Borinage in België gedolven. Petroleum borrelde in het Midden-Oosten hier en daar uit natuurlijke bronnen en werd al in de oudheid gebruikt.
Pas ten tijde van de industriële revolutie, in de negentiende eeuw, is de grootschalige ontginning van steenkool en aardolie begonnen. Stoomkracht, ondanks zijn lage rendement van slechts 10%, werd een concurrent van de klassieke wind- en watermolens. Het voordeel zit hem vooral in het feit dat je op een kleine oppervlakte een groot vermogen kan ontwikkelen wanneer het nodig is, ook als er geen wind of weinig water is. Olielampen en kaarsen werden vervangen door petroleumlampen die veel meer licht gaven. In het begin van de twintigste eeuw werden de grote aardolievoorraden in het Midden-Oosten ontdekt. Olie en gas verdreven langzaamaan steenkool, zeker in Europa. De laatste steenkoolmijn in België (Zolder) werd in 1992 gesloten. In China wordt steenkool echter nog op grote schaal gebruikt, met zeer zware luchtvervuiling als gevolg. Maar wist je dat de eerste dieselmotoren (ontwikkeld tussen 1892-1897) op plantaardige olie draaiden? De efficiëntere dieselmotoren gaven in het begin van de twintigste eeuw de doodsteek aan de traditionele wind- en watermolens.
__________________________________________________________________
“In 2050 zijn we volgens de voorspellingen met 9 miljard: waar komt de energie vandaan om die miljarden computers, verwarmingsinstallaties, airco’s en verlichting te voeden?”
__________________________________________________________________
In 1882 is de eerste elektriciteitscentrale, gebouwd door Edison in Manhattan, een feit. Aanvankelijk produceerde deze centrale enkel gelijkstroom voor de straatverlichting. Nog voor de eeuwwisseling zorgde het elektriciteitsbedrijf Westinghouse voor de omschakeling naar wisselstroom zodat transport van elektriciteit over lange afstand mogelijk werd. Elektriciteit werd in de eerste helft van de twintigste eeuw gemeengoed en niet enkel meer gebruikt voor straatverlichting maar ook gebruikt voor allerhande elektrische toestellen.

Hier zie je van welke bronnen de elektriciteit geproduceerd werd in België in 2014. Het grootste stuk komt van kernenergie (nucleaire centrales), gevolgd door thermische centrales (zoals gas en steenkool centrales, met inbegrip van hout). Windenergie draagt al voor een substantieel deel bij, maar de grootste groei wordt verwacht voor de overige hernieuwbare energieën met fotovoltaische zonnepanelen op kop.
De energie die we gebruiken, komt van enkele primaire bronnen, namelijk fossiel, nucleair, waterkracht, zon, geothermisch, biomassa en wind. . Energie gebruiken we meestal om twee dingen te doen: onmiddellijk warmte genereren, zoals bij centrale verwarming waar we gas of olie verbranden om warmte te produceren, of omzetten in een andere vorm van energie, zoals bij elektriciteit. Het nadeel bij dat laatste is dat er altijd energie verloren gaat in warmte. Het rendement van zo’n omzetting is dus nooit 100% en vaak zelfs minder dan 50%.
We Are Paris
Wtnschp is trotse partner in “We Are Paris”, de klimaatactie die de 2015 United Nations Climate Change Conference in een breder perspectief plaatst. In het midden van één van de belangrijkste conferenties ooit lanceren we het dossier “Energie in 2050” in de hoop beleidsmakers, activisten en het volk wetenschappelijk te informeren over energie. Voor meer van onze artikels over klimaat en klimaatverandering, neem zeker een kijkje op www.weareparis.be!