In Vlaanderen groeit het besef dat wetenschapscommunicatie belangrijk is. Toch blijven ‘non-believers’, ‘ontkenners’, antiwetenschappelijke complottheorieën en misinformatiecampagnes welig tieren. Het is een vaststelling die me vaker dan me lief is uit m’n slaap houdt. Wat is er aan de hand? En hoe kan ik, als wetenschapper en wetenschapscommunicator, onze onderzoeksgemeenschap warm maken om vertrouwen in wetenschap te creëren of te herstellen? Alvast een warme oproep voor één werkwijze: meer burgerparticipatie in onderzoek. Wie denkt mee?

Grootschalige burgerwetenschap in Vlaanderen

In januari 2021 startte CurieuzeNeuzen in de Tuin, het grootste burgeronderzoek ooit naar droogte en hitte in Vlaamse tuinen. 5.000 Vlamingen zullen slimme sensoren plaatsen in hun tuin die de temperatuur en het vochtgehalte van de bodem meten. Eerder was er ook al CurieuzeNeuzen Vlaanderen 2018, het grootste burgeronderzoek ooit naar luchtkwaliteit in Vlaanderen. 20.000 Vlamingen maten toen de luchtkwaliteit in hun straat.

__________________________________________________________________

” Als het brede publiek niet op de hoogte is van wetenschappelijke processen en methoden, dan zijn wetenschappelijke uitspraken en bevindingen op het eerste gezicht niet meer valide dan ideologische of religieuze claims.

__________________________________________________________________

Burgers betrekken bij onderzoek is zeer waardevol. Naast de wetenschappelijke doelstellingen, zoals grote datasets verzamelen over luchtkwaliteit of bodemkwaliteit, informeert dit soort projecten burgers ook over wetenschap. Ze tonen ‘eerstehands’ aan hoe wetenschappelijk onderzoek en technologie ingezet kunnen worden om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. En dat is erg zinvol, want als het brede publiek niet op de hoogte is van de processen en methoden van wetenschap, dan zijn wetenschappelijke uitspraken en bevindingen op het eerste gezicht niet meer valide dan ideologische of religieuze claims.

Goed communiceren over wetenschap is cruciaal

Wetenschapscommunicatoren denken voortdurend na over manieren om burgers te betrekken bij onderzoek. Sinds de oprichting in 2005 van de Expertisecellen Wetenschapscommunicatie wordt structureel budget vrijgemaakt om aan Vlaamse hogescholen en universiteiten in te zetten op wetenschapscommunicatie. Ze informeren het publiek op een betrouwbare manier over wetenschap en technologie, en laten hen kennis maken met wetenschap en de maatschappelijke relevantie ervan.

'Scamdemic’ (scam+pandemic) wordt door sommigen gebruikt om Covid19 als een media hoax uit te roepen

‘Scamdemic’ (scam+pandemic) wordt door sommigen gebruikt om COVID-19 als een media hoax uit te roepen

Ondanks deze aandacht en inspanningen blijven irrationele overtuigingen (pseudowetenschap, complottheorieën, wetenschapsontkenning) een belangrijk aandachtspunt voor veel wetenschappers én wetenschapscommunicatoren. Meer dan ooit kunnen we ons de vraag stellen: hoe komt het dat er vandaag toch nog zoveel mensen zijn die wetenschappelijke claims niet lijken te aanvaarden, of zich afzetten tegen wetenschappelijk onderbouwd beleid? Zelfs wanneer de wetenschappelijke aspecten van belangrijke vraagstukken aangetoond en in consensus zijn voor de experts?

De wetenschap achter wetenschapscommunicatie

We weten uit wetenschapscommunicatiemodellen dat het niet volstaat om wetenschapsresultaten louter als finaal eindproduct voor te stellen. Die aanpak gaat uit van een vanzelfsprekend en ‘oppervlakkig’ vertrouwen tussen publiek en wetenschap. En dat is hachelijk, want onderzoek laat zien dat het publiek misschien al begrijpt wat wetenschappers weten, maar het om allerlei redenen niet eens is of er niet consequent naar handelt. Mensen nemen zelden beslissingen die alleen op wetenschappelijke feiten zijn gebaseerd. Ze houden doorgaans ook rekening met hun eigen doelen en behoeften, kennis en vaardigheden, en waarden en overtuigingen. Wetenschapscommunicatie moet dus méér zijn dan louter kennisoverdracht, wil het vertrouwensversterkend werken.

Hedendaagse wetenschapscommunicatiemodellen suggereren dat wetenschap en resultaten beter als een tijdelijk product voorgesteld worden, steeds klaar voor confrontatie met nieuwe bevindingen die mogelijk weerlegd of gedateerd geraken. Doorgaans gebeurt dat door bijvoorbeeld wetenschappers in een debat met elkaar in gesprek te laten gaan. Maar we zouden ook meer plaats kunnen maken voor interactie en confrontatie met het brede publiek, en hun behoeftes, twijfels en vragen een plaats geven naast het vertrouwen in de wetenschap. Daardoor kan een verdiepende, ‘reflexieve’ vertrouwensrelatie tussen wetenschapper en publiek ontstaan. Reflexief vertrouwen houdt in dat mensen wetenschap blijven inroepen als richtinggevende autoriteit, maar tegelijk de ruimte en mogelijkheden krijgen om vragen te stellen over de impact op hun eigen leefwereld.

__________________________________________________________________

” In een reflexieve vertrouwensrelatie is het louter ‘ontkennen’ van wetenschappelijke feiten moeilijk vol te houden.

__________________________________________________________________

Een reflexieve vertrouwensrelatie opbouwen

Tal van wetenschappers in Vlaanderen en Brussel doen dit reeds in allerlei actieonderzoeksprojecten en burgerwetenschapsprojecten, al wordt de betrokkenheid van burgers vaak beperkt tot dataverzameling (bvb. patroonherkenning, tellingen, metingen), en in mindere mate, data-analyse.

Vertrouwen in wetenschap creëren is belangrijk

Vertrouwen creëren in wetenschap is belangrijk

Maar wordt het niet tijd om burgers nog meer en op andere, misschien meer ingrijpende manieren te laten participeren in het onderzoeksproces? Kunnen we burgers niet vaker vroeg inschakelen, al bij de ontwikkeling van onderzoeksonderwerpen, probleemstellingen en onderzoeksvragen? Of waarom burgers niet meer systematisch betrekken wanneer (lokale) overheden, financiers en subsidiekanalen onderzoeksagenda’s en projectoproepen uitschrijven?

Gradaties van publieksbetrokkenheid

Jaren geleden schreef ik mijn eigen doctoraatsonderzoek over de morele afwegingen van kinderen die online informatie delen. Gedurende 4 jaar participeerde een groep kinderen als maatschappelijke klankbordgroep, parallel aan de wetenschappelijke begeleidingscommissie van mijn onderzoek. Ze adviseerden me over de relevantie van mijn onderzoeksvragen voor hun leefwereld, ze wijzigden en suggereerden zinvolle onderzoekscasussen, ze testten en adviseerden me over methodologieën om leeftijdsgenoten over het onderwerp te bevragen, en ze werden geïnformeerd over de bevindingen en uitgenodigd om commentaar te geven. Hun betrokkenheid doorheen het onderzoeksproces heeft zonder twijfel geleid tot een betere onderzoeksopzet en een rijkere onderzoekservaring.

Kinderen als maatschappelijke klankbordgroep

Kinderen als maatschappelijke klankbordgroep (doctoraat Lien Mostmans)

Er zijn verschillende manieren en gradaties om burgers te betrekken bij onderzoek, gaande van het louter informeren van het doelpubliek tot het begeleiden en adviseren van burgers bij hun eigen projecten. Onderstaande tabel biedt een instrument voor wetenschappers om na te gaan wat de rol van burgers kan zijn binnen specifieke onderzoeksprojecten.

tabel gradaties burgerbetrokkenheid bij onderzoek

De belangrijke rol van wetenschapscommunicatoren

Wetenschapscommunicatoren kunnen (nog) meer aandacht besteden aan de situatie van het publiek, bovenop het communiceren van wetenschappelijke feiten: waarom precies is een bepaald wetenschappelijk feit, een doorbraak of uitvinding belangrijk, en voor wie? Maar ook: hoe weten we wat we weten en communiceren? Het is belangrijk om ook op mogelijke fouten te wijzen, maar tegelijkertijd uit te leggen dat open dialoog tot kennis leidt. Vaak wordt pas gecommuniceerd op het einde van onderzoeksprojecten, als de resultaten klaar, duidelijk en aangetoond zijn. Waarom zo lang wachten? Als de nadruk op het wetenschappelijke proces ligt, kan ook veel vroeger over onderzoek gecommuniceerd worden, zeker wanneer wetenschapscommunicatie ingeschreven wordt in onderzoeksprojecten.

Uiteraard leent niet elk onderzoek zich tot deze werkwijze. Daar waar het wel een meerwaarde kan betekenen, zorgt participatie ervoor dat het onderzoek rekening houdt met lokale noden en praktijken. Maar ook dat we met een breder netwerk van mensen aan de slag gaan om nieuwe toepassingen en kennis te creëren. Die kunnen de samenleving op een positieve manier transformeren – te beginnen in de eigen achtertuin?

 

Voor dit stuk baseerde Lien zich op teksten in het handboek van National Academies of Sciences, Engineering and Medicine (‘Communicating Science Effectively: A Research Agenda’, 2017) en de masterproef van Liesbet Van Gyseghem (‘Vertrouwen in wetenschapscommunicatie: een wetenschapsfilosofische studie over de rol van vertrouwen in het wetenschapscommunicatieve proces’, 2011). Voor de tabel baseerde ze zich op teksten en modellen over burgerparticipatie in publiek beleid. Een uitgebreide versie van deze blog verscheen als Opinie op EOS Blogs.

Mooie burgerwetenschapsprojecten aan EhB en VUB

Kijk je graag eens hoe collega’s het aanpakken? Neem zeker een kijkje op de webstekken van Mijn Tuinlab, het grootste tuinonderzoek in Vlaanderen, en Bugs2theRescue, over de verspreiding van invasieve exotische waterplanten. Beide burgerwetenschapsprojecten lopen momenteel aan Erasmushogeschool Brussel en Vrije Universiteit Brussel.

Klik hier voor Mijn Tuinlab

Mijn Tuinlab is een citizen science project dat loopt aan Erasmushogeschool Brussel. Het wordt er geleid door Paul Verschueren, onderzoeker verbonden aan kenniscentrum Tuin+.

Klik hier voor Bugs2theRescue

Bugs2theRescue is een citizen science project dat loopt aan Vrije Universiteit Brussel. Het project wordt er geleid door Iris Stiers, verbonden aan onderzoeksgroep Ecology and Biodiversity.

Foto Wetenschapsmars door Vlad Tchompalov op Unsplash 
Logo @ CurieuzeNeuzen in de Tuin
Foto Scamdemic door @theblowup op Unsplash 
Foto Trust door Joshua Hoehne op Unsplash
Foto Maatschappelijke klankbordgroep kinderpanel © Lien Mostmans