Een aandachtige lezer – en die is er twee waard – zal zich licht oncomfortabel voelen bij het lezen van de titel van dit stuk. ‘Een stukje van taart’ is dan ook een knullige vertaling van het Engelse ‘a piece of cake’, beter vertaald met ‘een fluitje van een cent’. De titel illustreert de moeilijkheid van het beroep van de literaire vertaler. Niet omdat ‘a piece of cake’ een aartsmoeilijk vertaalprobleem is, maar omdat de doorsnee lezer een vertaling pas opmerkt als ze gebrekkig is, en de vertaler vergeet bij een goede vertaling. Literair vertalen is het vertalen van romans, proza of poëzie: teksten waarbij niet alleen de inhoud, maar ook de vorm van groot belang is. Het zijn die vormelijke aspecten, rijmen, metaforen, die het de literaire vertaler moeilijk maken.
Jack, Jan en de Onklootbaren
Een eerste moeilijkheid voor een literaire vertaler is het begrip ‘equivalentie’. Equivalentie wordt in theorie bereikt wanneer de vertaler exáct weergeeft in zijn vertaling wat er in de originele tekst staat. Equivalentie is de heilige graal van de vertaler, maar laat nu net het probleem zijn dat de heilige graal een bijbels verzinsel is. Exact weergeven wat er staat lijkt voor een leek misschien een evidentie, een makkie, maar in feite is het volstrekt onmogelijk. Ik bewijs het met een voorbeeld:
“… two members of her uni squad, the Unfuckwithables, are seated either side of her, Waris and Courtney, hard workers like her because they’re all determined to get good degrees because without it they’re stuffed …” – Bernardine Evaristo, Girl, Woman, Other
Vertaalde ik naar:
“… twee leden van haar uniefsquad, de Onklootbaren, zitten aan weerszijden van haar, Waris en Courtney, harde werkers zoals zij want ze zijn allemaal vastberaden om goede punten te halen want zonder dat zijn ze gejost …”

De bedoeling van mijn vertaling was uiteraard om de betekenis, de sfeer en het ritme zo goed mogelijk over te brengen. Maar is dat wel gelukt? Is Onklootbaren wel hetzelfde als Unfuckwithables? Is het ritme wel overgebracht? Engels is immers korter maar zachter dan Nederlands. Is gejost zijn wel even sterk of cultureel gepast als stuffed zijn?
Daar valt over te discussiëren. Ik zal zelf de eerste zijn om te beweren: neen, deze vertaling is niet geslaagd. En toch kon ik niet beter dan dit, een literaire vertaling kán niet één op één ‘lukken’. Dat betekent niet dat de vertaling niet goed kan zijn, het is de best mogelijke vertaling in mijn ogen. Literair vertalen is dus de volkomen absurde zoektocht naar de onbestaande heilige graal van equivalentie.
__________________________________________________________________
” Vertalen is de absurde zoektocht naar de onbestaande heilige graal van equivalentie “
__________________________________________________________________
Walmart of de Carrefour?




Een tweede struikelsteen voor literaire vertalers is het botsen van culturen. Elke cultuur is anders en heeft een andere kijk op de wereld, bewoordingen, eetgewoonten, officiële instellingen, sociale gebruiken, en ga zo maar door. De vertaler staat hier voor een keuze tussen de auteur en de lezer. Neem nu de fictieve zin:
“Jack takes the subway to Walmart to buy some smores.”
Deze zin is uiterst Amerikaans, met woorden als Jack, subway, Walwart en smores. De vertaler kan ervoor kiezen de lezer op zijn wenken te bedienen, en de zin volledig naar de lezer toe te bewegen:
“Jan neemt de metro naar de Carrefour om wat stroopwafels te kopen.”
Die praktijk heet domestication, en filtert elk cultuurspecifiek element weg uit de brontekst. De lezer krijgt een tekst die in Nederland geschreven lijkt en komt niet echt in contact met andere culturen. Je kan ook radicaal de andere kant uitgaan:
“Jack neemt de subway naar Walmart om wat smores te kopen.”
Hier is de vertaler erg trouw aan de brontekst en auteur. De lezer krijgt elk cultuurspecifiek element mee en wordt zo naar de auteur toe bewogen. De zin leest wel erg stroef, en de lezer wordt vier keer in één zin gevraagd zich te verplaatsen naar een cultuur die hij matig of niet kent. Dit is een radicaal geval van foreignization. In deze moeilijke onderhandeling tussen vertaler, auteur, lezer en culturen, is de volgende zin misschien de beste optie:
“Jack neemt de metro naar de supermarkt om wat smores te kopen, crackers met chocolade en marshmallows ertussen.”
Zo geef je de meeste culturele elementen mee, zonder te veel inspanningen van de lezer te vragen. Natuurlijk verschillen de meningen over domestication en foreignization per vertaler en vertaalcultuur. De heersende vertaalnorm in ons land is er een die de voorkeur geeft aan foreignization, zonder daar radicaal in te zijn. Iets als de laatste zin dus.
Zelfkastijding
Literaire vertalers hebben het dus niet al te gemakkelijk. De vertaalpraktijk is vaak een zelfkastijding, een calvarietocht naar de onbestaande heilige graal van de perfecte vertaling. Als literaire vertaler ben je je bewust van die moeilijkheid, maar strijd je tóch door tot je een tekst hebt die de best mogelijke vertaling is van het origineel.
Je hebt als vertaler ook een grote verantwoordelijkheid. Jouw vertaling bouwt een brug tussen twee culturen, of legt er net een bom onder – naargelang je vertaalkeuzes. Literair vertalen in het bijzonder, is ook een constante onderhandeling tussen verschillende partijen, waarbij de vertaler de verantwoordelijkheid heeft iedereen tevreden te stellen.
______________________
” Jouw vertaling bouwt een brug tussen twee culturen, of legt er net een bom onder – naargelang je vertaalkeuzes. “
______________________
Dus is literair vertalen een stukje van taart? Niet zo veel*.
*Not so much