Aseksualiteit, het bestaat! Mensen die een gebrek hebben aan seksuele aantrekken en daarom niet seksueel actief zijn. Naar schatting heeft ongeveer 1% van de bevolking geen behoefte aan seks. Van die 1% blijkt bovendien dat meer vrouwen dan mannen aseksueel zijn, aldus Sensoa.
Aseksualiteit wordt steeds vaker een seksuele oriëntatie genoemd: een ‘4e geaardheid’ naast hetero, homo en biseksualiteit . Een geaardheid ligt bij de geboorte vast, deze mensen kiezen er dus niet bewust voor (zoals sommige celibatairen dat bijvoorbeeld wel doen).
Wel Liefde, geen seks
De verlangens en lusten die normaal opgewekt worden als mensen worden blootgesteld aan seksuele prikkels worden door aseksuelen niet herkend. Ze zijn soms wel opgewonden, maar hebben gewoon geen behoefte aan seks. Het Tijdschrift voor Seksuologie publiceerde een artikel waarin dieper wordt ingegaan op de empirische bevindingen en theoretische perspectieven met betrekking tot aseksualiteit. Daar werd ondermeer het onderscheid gemaakt tussen aseksualiteit en Hypoactief Seksueel Verlangenstoornis (HSDD). Mensen met HSDD zouden nog wel seksuele aantrekking ervaren, terwijl dit bij aseksuele personen niet het geval is.
Verder wordt er in dat zelfde artikel aangegeven dat aseksuelen angst, walging of gewoon geen interesse kunnen hebben voor alles wat met seks te maken heeft. Toch kunnen ze net als anderen verliefd worden en relaties aangaan, alleen helpt seks hen niet om zich emotioneel dichter bij een partner te voelen. Sommige aseksuele personen focussen zich tijdens seks op andere zaken om de gedachten af te leiden van de seksuele act. Op die manier voelen ze enkel de lichamelijke stimulatie.
Er bestaat een internetgemeenschap AVEN (Asexual Visibility and Education Network) en een Nederlandstalig forum: Aseksueel Voorlichtings- en Educatie Netwerk.
Er zijn aseksuelen die feitelijk niet aan de definitie van aseksualiteit voldoen. Halfseksuelen, bijvoorbeeld, ervaren geen seksuele aantrekkingskracht totdat zij een sterke emotionele band met iemand aangaan. Er wordt dan seksuele aantrekkingskracht en lust ervaren ten opzichte van een specifieke persoon, we spreken dan van extreme vorm van monogamiteit.
In de wetenschappelijke literatuur worden potentiële verklaringen voor aseksualiteit gesuggereerd, maar eigenlijk is geen enkele daarvan empirisch onderbouwd. Er is met andere woorden een grote vraag naar onderzoek die in de toekomst een antwoord moeten bieden voor tig onduidelijkheden inzake aseksualiteit.