Dinsdag 12 april organiseren we een Science Bar Special waarbij niemand minder dan Stijn Meuris over de sterren en de kosmos komt vertellen! Maar vooraleer satelliet Suzy zichzelf richting Rits Café in hartje Brussel lanceert, trakteren we jullie al op een astronomische #FunFactFriday. Of waarom de zon ook maar gemiddeld is, NASA de kleuren op foto’s vaak verzint en die sterrenhemel in het zuiden van Frankrijk ook niet alles is.

Stel, je landt op de maan, en daar probeer je een lucifer aan te steken. Aangezien er geen zuurstof is op de maan wordt dat een bijna onmogelijke opgave, maar als je op één of andere manier de lucifer toch in brand krijgt, dan zouden astronomen met de huidige telescopen vanop aarde de vlam kunnen zien. Kunnen, want ze zouden eerst de telescoop op jou moeten richten, en misschien ben jij met je niet-ontvlambare lucifer wel niet het meest interessante onderwerp van observatie. Maar in het algemeen zijn er dus niet zo heel veel astronomische fenomenen die niet kunnen waargenomen worden, zolang er maar een telescoop heel precies op gericht wordt. Wat het des te opmerkelijker maakt dat, tot in 1978, niemand ooit merkte dat Pluto een maan heeft.

Niet dat Pluto op zichzelf zo opmerkelijk is. Misschien lijkt zijn degradatie tot dwergplaneet een zaak voor het centrum van gelijke kansen en racismebestrijding, ongelijk hebben de astronomen die hierover beslisten niet. Pluto is klein (de straal van Pluto is kleiner dan een vijfde keer de straal van de aarde) en zeer ver verwijderd van de zon (4.4 tot 7.4 miljard kilometer, dat is zelfs naar astronomische maatstaven al een eindje.)

Maar bovenal is Pluto alles behalve uniek: in de Kuipergordel alleen al zouden er naar schatting tot 200 gelijkaardige planeten te vinden zijn. En zelfs binnen die dwergplaneten moet Pluto deels het onderspit delven. Pluto is wel de grootste gekende dwergplaneet in ons zonnestelsel, maar Eris, een andere ontdekte dwergplaneet, heeft meer massa.

Ook onze zon scoort niet bijzonder hoog in de lijst van uitzonderlijke hemellichamen. Al lijkt ze groot in vergelijking met de aarde -onze planeet past meer dan een miljoen keer in de zon-, in vergelijking met andere sterren is de zon slechts een gemiddeld grote ster. En ze is, net als Pluto, niet bepaald uniek. Naar schatting bevinden er zich minstens 100 miljard sterren in de Melkweg alleen. Met het blote oog kunnen we daar gemiddeld een paar duizend sterren van waarnemen. Die mooie sterrenhemel op een zomernacht in de Ardennen bestaat dus uit minder dan 0.000001% van het totale plaatje!

Gelukkige hoeven astronomen zich al lang niet meer te beperken tot waarnemingen met het blote oog. Natuurlijk zijn telescopen gevoeliger voor zichtbaar licht dan mensenogen, maar ze hebben nog een ander groot voordeel: met telescopen kan je ook waarnemingen doen in het niet-zichtbare deel van het elektromagnetische spectrum. Zichtbaar licht bestaat uit elektromagnetische golven die wij zien als de kleuren blauw, groen en rood (en alle mengelingen daarvan), maar er zoeven ook elektromagnetische golven in de vorm van bijvoorbeeld infraroodstraling, radiogolven of X-rays door het universum. En deze golven vertellen elk afzonderlijk iets over de plek waar ze vandaan komen, omdat ze uitgezonden worden als gevolg van zeer verschillende fysische processen. Maar met deze elektromagnetische golven is geen kleur geassocieerd, met als gevolg dat op veel spectaculaire foto’s van het universum de kleuren gewoon achteraf verzonnen zijn.

Sinds kort hoeven astronomen zich ook niet meer te beperken tot metingen van licht en andere elektromagnetische golven: dankzij de detectie van zwaartekrachtsgolven kunnen we het universum vanuit een heel ander perspectief bekijken. Wanneer bijvoorbeeld twee enorme massa’s, zoals zwarte gaten, versmelten, ontstaan er zwaartekrachtsgolven die ons heel wat kunnen vertellen over hoe dit versmeltingsproces precies verloopt. Alleen is het meten van zwaartekrachtsgolven nog net iets moeilijker dat het detecteren van een vlammetje op het maanoppervlak. Hoewel er bij de onlangs gedetecteerde versmelting van zwarte gaten meer energie vrijkwam dan alle sterren in het zichtbare universum samen uitzenden, was het signaal van de resulterende zwaartekrachtsgolven enorm zwak. Zo moest de detector een uitwijking van ongeveer één haar op een afstand gelijk aan de afstand tussen de zon en de voor ons dichtstbijzijnde andere ster kunnen meten!

Helaas is Stijn en de Sterren volzet. Maar wil je graag een andere Science Bar bijwonen? Dat kan, gratis en voor niets! En je kan er bier krijgen ook! Hou dus zeker onze kalender in de gaten.